Fioretti College Veghel

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

Vrijdag 17 november 2023
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tekstverbanden en signaalwoorden

Vrijdag 17 november 2023

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • 10 minuten luisteren naar een verhaal. Maak je teveel geluid tijdens het verhaal, dan mag je overschrijven.
  • Uitleg over H1§4 'Meer dan lezen- tekstverbanden en signaalwoorden'.
  • Bijbehorende teksten lezen en opdrachten maken.
  • Afsluiting + huiswerk 

Slide 2 - Slide

Er wordt 10 minuten voorgelezen.


In volledige stilte wordt er geluisterd.

timer
10:00

Slide 3 - Slide

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/23ebfb1a-7302-4fb8-bd99-4ab938ec4d11/contentUnit/9f350e27-ade7-4052-8b27-281105349782

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Signaalwoorden geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea’s in een tekst met elkaar samenhangen. Die samenhang heet het tekstverband. Door te letten op tekstverbanden, kun je een tekst beter begrijpen.
























Slide 5 - Slide

Tekstverband Uitleg Signaalwoorden
 
Uitspraak-opsomming (opsommend verband)
Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd.

ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen … maar ook, ten eerste … ten tweede

Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. (= uitspraak/bewering)
In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk om een spannend boek te lezen. (= opsomming van drie zaken)

Slide 6 - Slide

tegenstelling (tegenstellend verband)
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde beweerd.
maar, hoewel, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover
Evert is een ontzettend avontuurlijke vent. (= uitspraak)
Zijn vriend daarentegen is een enorme huismus die er geen behoefte aan heeft bijzondere dingen te beleven. (= tegenstelling)

Slide 7 - Slide

volgorde van tijd(chronologisch verband)
Dit geeft aan dat de gebeurtenissen in een bepaalde tijdsvolgorde
worden genoemd.
eerst, vervolgens, dan, daarna, ten slotte,
toen, nu, voordat, nadat, na verloop van tijd, totdat, later, terwijl
intussen, tegelijkertijd, zodra, zolang, sinds, wanneer + tijdsaanduidingen

Eerst zet ik de wekker af. Daarna kleed ik mezelf aan. Ik eet een boterham, terwijl ik op mijn telefoon kijk. Vervolgens pak ik mijn tas in, trek mijn jas aan en ten slotte fiets ik om 8.15 uur naar school.

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Waar? NN 7, h1 §4
Wat? Alle opdrachten
Tijd? Einde van de les
Vragen? Lees eerst zelf de vraag nog eens door, vraag het dan op fluisterniveau aan je buurmens, steek daarna je vinger op.

timer
20:00

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Schrijf je naam, en twee serieuze antwoorden op een briefje.

1. Wat is een tekstverband? 
2. Een tekstverband dat de volgorde van tijd aangeeft, noem je ook wel: 

Slide 10 - Slide